Uitgaan & Cultuur

Twentenaar met wereldfaam!

Prof. dr. Bartelink (1924-2024)

BOEKENNIEUWS - Medio januari werd ik, en velen met mij, opgeschrikt door het nieuws over de dood van Gerard Bartelink (99) en zijn vrouw Els (94). Een thuiszorgmedewerker had namelijk de ontzielde lichamen van dit hoogbejaarde echtpaar aangetroffen in hun woning te Nijmegen. Een grootschalig politieonderzoek volgde, daar een misdrijf niet werd uitgesloten. Uiteindelijk betrof het 'een noodlottige samenloop van omstandigheden'.

Gerard Bartelink was een groot geleerde en een uiterst bescheiden man. Hij genoot wereldfaam op het gebied van de vroegchristelijke literatuur en publiceerde tot op hoge leeftijd. Bovenal had hij Twente in zijn hart gesloten. Ofschoon hij sinds 1966 woonachtig was in Nijmegen; hij bleef geïnteresseerd in de Twentse cultuur en historie. Om die reden heb ik professor Bartelink een paar jaar geleden bezocht. Allerhartelijkst werd ik bij hen thuis aan de Nijmeegse Postweg ontvangen. Bartelink toonde zich zeer content met m'n publicatie over 'De Tubbergsche politiequastie' die ik voor hem had meegenomen. Uitvoerig hebben we een middag lang gesproken over de geschiedenis van Twente; onze gezamenlijke passie. Veel heeft Bartelink er over geschreven én vele Twentse historici heeft hij een grote dienst bewezen.

Na zijn studie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen begon Bartelink in 1947 zijn carrière als docent klassieke talen aan het Carmel Lyceum in Oldenzaal. Op deze school, waar hij zelf van 1936 tot 1942 leerling was, heeft hij tot aan 1966 les gegeven. Een interessante bijdrage heeft hij nog geschreven voor het recent verschenen jubileumboek 'Carmel 100 jaar'. Bartelink meldt o.a.: “Als ik met de trein Oldenzaal binnenrijd, kijk ik nog altijd even naar links en zie ‘mijn’ oude school voorbijkomen. Dat doet mij nog altijd heel veel.”

Toch werd hij ook aangetrokken tot het onderzoek, vooral naar de Griekse en Latijnse teksten van de vroege christenen. Hij promoveerde in 1952 bij prof. dr. J.G.A. Ros S.J. (Lexicologisch-semantische studie over de taal van de apostolische vaders). Jaren later was hij verbonden aan de universiteit van Nijmegen. In 1973 kreeg hij er de leerstoel van het oudchristelijk Grieks en Latijn. Als zodanig gold Bartelink als hét boegbeeld van de klassieke talen. Op zijn naam staan derhalve een groot aantal wetenschappelijke publicaties.

In zijn jonge jaren was Bartelink betrokken bij de Algemene Vereniging Twente (AVT), opgericht in 1948, met als doel: aandacht voor de eigen streek en haar belangen. Onder voorzitterschap van de Tubbergse burgemeester Kolenbrander werden regionale 'prominenten' aangetrokken. De leraar klassieke talen trad in 1950 toe tot de radiocommissie en twee jaar later tot het algemene bestuur van de ATV. Er werd over het Twente van vroeger gesproken, maar ook over de actuele belangen van een streek die zich in verschillende opzichten achtergesteld voelde. Hoog op de agenda stonden een eigen radio-omroep, het doortrekken van de Al en de komst van een Technische Hogeschool.

In het bijzonder had de Twentse geschiedschrijving Bartelinks interesse. Hij kwam in contact met de gevestigde namen, zoals Willem Hendrik Dingeldein, Bernard Plegt, meester Vloedbeld, Jan Jans, Willem Diemer, Klaas Jassies, Hendrik Entjes en Johan Gigengack. In 1954 ging hij deel uitmaken van de redactie van De Mars. Ook raakte ook betrokken bij de Twentsche Schrieverskring en publiceerde (vanaf 1956) in TLLS (Twènter Laand en Leu en Spraoke) van Gigengack. Daarnaast schreef hij van 1954 tot 1966 maandelijks een cultuurhistorische bijdrage voor de weekendeditie van de Twentsche Courant. Vele gevarieerde onderwerpen passeerden de revue. Nadien is hiervan een bloemlezing verschenen met als titel: `Uit Twente's verleden'. Ook schreef hij tussen 1962 en 1967 verschillende verhalen voor het befaamde Jaarboek Twente.

Bij m'n bezoek signeerde Gerard Bartelink nog z'n publicaties die ik had meegenomen: Uit Twente's verleden (1973), Duizend jaar plaatselijk en driehonderd jaar parochieleven van Saasveld (1964), Geschiedenis van de parochie Deurningen (1965), Rossum, 300 jaar parochie (1965) en de Geschiedenis van de parochie en marke Reutum en Haarle (1968). Publicaties die ik nu nog meer koester dan voorheen! Zonder twijfel zullen velen met genegenheid terugdenken aan prof. dr. Bartelink. Hij verdient het om op de één of andere wijze blijvend in Twente herinnert te worden. Hopelijk moge dit artikel daartoe een aanzet geven.

Martin Paus