Natuur & Milieu

Huis- en boerenzwaluwtelling Noordoost-Twente

TUBBERGEN - In de gemeenten Tubbergen, Dinkelland en Oldenzaal worden al jaren de aantallen huis -en boerenzwaluwen, middels het tellen van het aantal bewoonde nesten op locatie, gemonitord. In de maand juni en/of juli gaan daarvoor jaarlijks een twintigtal tellers op pad. De conclusie is dat na een daling van zo’n vijftig procent sinds de jaren zestig van de vorige eeuw de aantallen de laatste jaren stabiliseren.

Plots is het er weer, eind maart of begin april: het vertrouwde gekwetter op een zachte lentedag. “Eén zwaluw maakt nog geen zomer”, zegt men dan. Maar van binnen voel je: het komt goed!

De tellers, afkomstig van onder andere de vogelwerkgroep De Grutto in Fleringen en de Vogelwerkgroep Geesteren, hebben 294 locaties, met name boerderijen in het buitengebied, in genoemde gemeentes bezocht. Op 167 locaties werden bewoonde nesten aangetroffen.

De zwaluw is een koloniebroeder, dit houdt in dat deze vogels graag in gemeenschap broeden (op de toplocatie werden vijftig nesten geteld!). In totaal zijn 1631 bewoonde nesten aangetroffen. De aantallen worden verzameld door de coördinator van SOVON (landelijke vogeltelling) voor Noordoost-Twente, Herman Braakhuis uit Geesteren. De gegevens worden verwerkt in de landelijke database van SOVON.

Wetenswaardigheden
Na de komst in het voorjaar vertrekken de zwaluwen weer, op enig moment tussen augustus en oktober. Overwinterd wordt in West- of Zuidelijk-Afrika. Een enorme en gevaarlijke reis voor het kleine vogeltje. In een gunstig jaar kan een zwaluwenpaar twee à drie legsels voortbrengen. Gezien het risico de reis niet te overleven, is dat gegeven van belang om de aantallen minimaal stabiel te houden. De jongen worden gevoerd met insecten die in en rond de stal en boven weilanden en watergangen in de omgeving worden gevangen. Een paartje zwaluwen met jongen in het nest kan per dag zo’n 7000 à 9000 vliegen, muggen etc. vangen als voer voor de jongen.

De huiszwaluw nestelt hoofdzakelijk aan gevels in een gesloten nest met een nauwe ingang naar beneden. De boerenzwaluw is veelal te vinden in de stal, bijvoorbeeld op een spant, in een open nest. Opvallend is dat zwaluwen vaak jaarlijks trouw terugkeren naar dezelfde nestplaats als het jaar daarvoor. De huiszwaluw is te kennen aan een wat kortere, gevorkte staart, terwijl die van de boerenzwaluw lang en gevorkt is. Ook kun je de vogels herkennen aan hun kleur. De boerenzwaluw heeft een metaalglanzende rug en crèmekleurige buik en een opvallend roodbruine keel met een zwarte band over de borst. De huiszwaluw is wit en zwart gekleurd (wat haar de bijnaam nonnetje oplevert). Ook opvallend bij deze vogel is de witte stuit.

Stabilisatie van aantallen zwaluwen in periode 2015-2025
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw heeft het verlies van nestplaatsen door modernisering van de stallen, de overgang naar gladdere bouwmaterialen (damwand), het verdwijnen van oude landschapselementen en wijziging van de landbouwcultuur gezorgd voor een daling van het aantal zwaluwen van rond de vijftig procent. Ook is er in dezelfde periode sprake van een substantiële afname van het aantal insecten.Gelukkig laten de cijfers van de tellingen de laatste jaren zien dat er momenteel sprake is van stabilisatie en zelfs een lichte verbetering.

Maatregelen door boeren genomen zoals de aanleg van modderbaden bij boerderijen (modder is bij uitstek het bouwmateriaal voor het zwaluwnest), het plaatsen van kunstnesten, zwaluwtillen (het telgebied telt een drietal goed bezochte tillen), kruidenrijke graslanden en bloeiende akkerranden voor insecten hebben een positief effect op de aantallen.

En, de boer is er blij mee. Een zwaluwpaartje met jongen vangt, als hierboven aangegeven, heel wat insecten die het leven voor mens en dier in de stal een stuk aangenamer maken. De tellers zijn blij met de medewerking en initiatieven van de boeren in het telgebied om de zwaluwstand minimaal stabiel te houden en waar mogelijk te verbeteren. De tellers huldigen dan ook de leus: ‘Geen boer, geen zwaluw!’.

En, laten we eerlijk zijn, hoe mooi is het om tot in lengte van jaren in het ontluikende voorjaar het gekwetter van de zwaluw te horen op een zachte lentedag...