Soms kruisen twee levens elkaar niet in de tijd, maar in een verhaal. Zo verging het me toen ik recent een bijzonder werk overdroeg aan de Amsterdamse zakenvrouw Rahma el Mouden: 'Voyage d’Adrien Matham au Maroc (1640–1641)'. Deze publicatie uit 1866 bevat het reisverslag van de Nederlandse kunstenaar Adriaan Matham, die ruim vier eeuwen geleden met penseel en pen afreisde van Nederland naar het voor hem onbekende Marokko.
Een kunstenaar op diplomatieke missie
De reis van Adriaen Matham begon op 1 september 1640, toen het schip De Gelderlandt de rede van Texel verliet, de zeilen bol van oostenwind en de lucht zwaar van regen. Matham was geen diplomaat of koopman, maar kunstenaar: hij reisde mee als onderdeel van een diplomatieke missie naar Marokko, met als opdracht de wereld die zij zouden tegenkomen vast te leggen in woord en beeld.
De expeditie stond onder leiding van Anthonie de Liedekerke, die namens de Staten-Generaal een boodschap van vrede en samenwerking wilde overbrengen aan de Marokkaanse sultan. Aan boord bevonden zich ook Lijsbeth Jans - dochter van de beruchte Nederlandse piraat Jan Janszoon, alias Murat Reis – en haar zwager Jacob Arissen. Het was een bonte verzameling mensen, op weg naar een onbekende wereld.
Matham hield een dagboek bij van de reis. Aanvankelijk noteerde hij vooral windrichtingen en koersen – als een klassiek scheepslogboek. Maar hoe dichter het gezelschap bij de Afrikaanse kust kwam, hoe rijker zijn beschrijvingen werden. Hij schilderde niet alleen met zijn penseel, maar ook met zijn woorden. De witte muren van Mogador (het huidige Essaouira), het majestueuze El Badi-paleis in Marrakesh – Matham legde ze vast in schetsen, waarvan er vandaag de dag nog enkele bewaard zijn gebleven.
Een brug tussen twee werelden
Wat 'Voyage d’Adrien Matham au Maroc' zo bijzonder maakt, is niet alleen de historische waarde, maar vooral de manier waarop de kunstenaar als een brug fungeert tussen twee werelden. Zijn tekeningen en beschrijvingen bieden ons een unieke inkijk in het Marokko van de 17e eeuw — niet door de ogen van een kolonisator of handelaar, maar van een observator. Iemand die zich verwondert, maar ook afstand bewaart. Die kijkt met nieuwsgierigheid, maar ook met respect. Het verslag bleef lange tijd verborgen, totdat het in 1866 voor het eerst werd gepubliceerd door Ferdinand de Hellwald. In 1888 volgde een herdruk, en sindsdien hebben historici en reizigers zich regelmatig over deze zeldzame blik op het vroegmoderne Marokko gebogen.
De omgekeerde reis
Voor Rahma el Mouden was het boek meer dan een historisch document — het raakte haar persoonlijk. Want waar Adriaen Matham in 1640 koers zette van Nederland naar Marokko, maakte Rahma eeuwen later de omgekeerde reis: van het Marokkaanse platteland naar het moderne Nederland. Ook zij betrad een wereld die voor haar volkomen nieuw en mysterieus was. Het bijzondere van reizen is misschien wel dat de sporen ervan verder reiken dan de bestemming... Rahma el Mouden laat zien wat er mogelijk is als je gelooft in je eigen kracht, ook wanneer de wereld daar nog niet klaar voor is. Haar leven is een antwoord op elke vorm van onderschatting. En een herinnering dat vrijheid niet altijd wordt gegeven, maar vaak bevochten moet worden.
In de spiegel van Adriaen Mathams reis zag zij iets terug van haar eigen tocht. En ik, in onze ontmoeting, zag hoe het verleden en heden elkaar werkelijk kunnen raken - niet alleen op papier, maar in de levens die ons blijven inspireren. Later stuurde Rahma me een bericht: “Je hebt me echt aan het denken gezet... Misschien schrijf ik ooit zelf een reisboek, over mijn reis naar Nederland.”
Martin Paus